DE MOTORIEK VAN EEN BASISSCHOOLKIND BOVENBOUW
8 – 12 jaar
Je kind leert om zelfstandig naar school, vriend(innet)je of een sportvereniging te gaan. Hij of kan steeds langer in beweging zijn en leert spelregels te begrijpen. Het onderscheid in ergens goed in zijn en ergens je best voor moeten doen kan op deze leeftijd nog een uitdaging zijn.

De weg naar de puberteit wordt ingeslagen en daarmee wordt je kind langzaam aan een jongvolwassene. Je kind kan de lengte in gaan schieten en groeipijn kan ontstaan. Het lichaam van je kind gaat veranderen en de relatie tussen kind en ouder verandert daar in mee.
In deze leeftijdsfase ontwikkelt het kind zijn zelfbeeld wat gepaard kan gaan met onzekerheid. Bewegen kan een kind in deze periode erg helpen bij het verkrijgen van zelfvertrouwen.
Op fijn motorisch gebied kan je kind nu alles. Op school leert je kind met name steeds langere verhalen schrijven. De uitdaging op deze leeftijd zit hem meer op het vlak van het cognitieve denk niveau, dan in het wel of niet kunnen van een fijn motorische vaardigheid.
Aangezien ook de oog-handcoördinatie inmiddels goed ontwikkeld is, zal je kind leren slaan met bijvoorbeeld een honkbalknuppel of een tennisracket.
Net als de fijne motoriek wordt ook de grove motoriek op deze leeftijd volledig beheerst. Aangezien motoriek samen gaat met coördinatie (stabiliteit) gaan deze componenten over in spierkracht. De spierkracht zal toenemen door oefeningen uit te voeren met behulp van eigen lichaamsgewicht. Er wordt dus nog geen gebruik gemaakt van externe gewichten. Zowel de spierkracht als de stabiliteit zorgen er voor dat je kind steeds vaardiger kan bewegen. Het uithoudingsvermogen (de duur van een beweging) groeit uit tot het echt kunnen gaan sporten. Het advies is om je kind op deze leeftijd aan te melden bij een sportvereniging.
Een keuze maken voor een sport kan ingewikkeld zijn. Het is belangrijk te kijken waar je kind affiniteit mee heeft en waar zijn plezier ligt: een teamsport of individuele sport, wel of geen balsport, kracht of conditie, wel of geen competitie, ritmegevoel, aantal keer per week dat er getraind wordt, belasting voor de ouder, financiële haalbaarheid etc.
Blijft je kind het lastig vinden om een keuze te maken dan raad ik je aan om samen met je kind verschillende proeflessen uit te proberen. Zijn er onvoldoende financiële regelingen, neem dan contact op met de gemeente. De meeste gemeenten in Nederland bieden subsidies aan om alle kinderen te kunnen laten bewegen.
De motorische ontwikkeling binnen de andere leeftijdsfase
Merk je dat je kind moeite heeft met het uitvoeren van een vaardigheid? Op de pagina ‘bekijk oefenmateriaal’ geef ik uitleg over hoe je met behulp van voorwerpen/materialen de motoriek kan verbeteren. Ik leg per leeftijdsfase uit wat je als ouder kunt doen om bepaalde bewegingen te stimuleren.