Je kind heeft een sportblessure

Je kind is heerlijk fanatiek aan het sporten maar dan tijdens een duel van een voetbalwedstrijd gebeurt het. Je kind ligt met een pijnlijk gezicht op het gras en grijpt naar zijn of haar enkel. Een blessure is snel gemaakt.

Sommige kinderen krijgen herhaaldelijk dezelfde blessures, anderen krijgen helemaal geen blessures. De locatie van de blessure is afhankelijk van het type sport die je kind uitvoert.

De meest voorkomende sportblessures zijn: hielpijn, overbelasting van het scheenbeen, klachten aan de bovenbeenspieren (hamstring/ liezen), knieklachten en enkelklachten.

Op deze pagina geeft ik meer informatie en handige tips voor kinderen met (herhaaldelijke) sportblessures

WAT IS EEN SPORTBLESSURE

Er zijn twee soorten sportblessures te onderscheiden: 

1. Acuut, een blessure veroorzaakt door een trauma (voorbeelden: te hard contactmoment met een teamgenoot, tijdens een val etc.). 

2. Sluimerend, een blessure die door overbelasting steeds meer op de voorgrond treedt (eventueel in combinatie met een groeispurt). 

RISICO’S BIJ LANGDURIGE BLESSURE

– Je kind heeft een lange periode te maken met inactiviteit. Je kind kan langere tijd niet meedoen met een sport waardoor de motivatie om weer te gaan sporten afneemt. 
– De kans op het opnieuw krijgen van de blessure is groot. 
– Het ontwikkelen van angst om weer te bewegen. 

RISICO’S BIJ TE SNEL WEER OPPAKKEN VAN DE SPORT

De blessure heeft te weinig tijd gehad om te herstellen en zal daarom bij matige activiteit al gaan opspelen. Kortom, je kind zal er uiteindelijk langer over doen om weer volledig te kunnen sporten. 

TIPS

Heeft je kind een acuut letsel? Pas dan de RICE methode toe: 
Rest (Rust)
Ice (IJs erop, zorg voor een theedoek als tussenlaag) 
Compression (Breng drukverband aan) 
Elevation (Houdt het gewricht hoog)
Herhaal dit elke dag zolang er zwelling zichtbaar is. Laat de blessure voor de zekerheid controleren bij een professional. 

1. Zorg voor goed schoeisel. Schoenen met voldoende steun. Bij voetbalschoenen wordt dit steeds lastiger. In dit geval kan je kind tijdelijk gebruik maken van rekbare tape of een brace.

2. Zorg voor voldoende rek van de spieren door mee te doen aan de warming up en cooling down. Geef dagelijks extra rek op de liezen, bovenbeenspieren en de kuiten. Houdt de rek circa 1 minuut vast. Maak elke dag gebruik van coördinatie oefeningen om de stabiliteit in de gewrichten te verbeteren. 

Voorbeeld: 
– Laat je kind op 1 been staan (op blote voeten). Laat je kind dan iets door de knieën zakken. De knie mag niet naar binnen wijzen. Herhaal het naar beneden zakken en weer omhoog komen minimaal 10 keer. Hoe langzamer je de oefening laat uitvoeren hoe moeilijker. Om de oefening moeilijker te maken zou je een balletje kunnen overgooien tijdens de oefening. Nog wat moeilijker? Laat je kind dan op een instabiele ondergrond staan (kussen/ trampoline/ balance board). 

3. Tijdens een groeispurt zijn kinderen extra gevoelig voor het krijgen van blessures. Tijdens een groeispurt is het daarom belangrijk de intensiteit van de oefening tijdelijk naar beneden te halen. Dit hoeft dus alleen tijdens de groeispurt. Laat je kind altijd op geleide van de pijn sporten. Op een schaal van 0 tot 10 waarbij 0 geen pijn is en 10 enorm veel pijn is, mag je kind niet meer pijn ervaren dan een 6.  

Om in te schatten of je kind in een groeispurt zit kun je gebruik maken van onderstaande link:

Let op! Zit de juiste tip voor jouw individuele situatie er niet bij of heb je twijfels of vragen? Neem dan contact op met een kinderfysiotherapeut of specialist.