Je kind heeft een verminderde conditie of raakt steeds vaker benauwd tijdens inspanning.
Je kind krijgt het steeds drukker met school, komt bijna niet meer buiten en beweegt steeds minder. Het bewegen wordt steeds zwaarder en daardoor minder leuk. De verminderde conditie zorgt ervoor dat je kind geen motivatie meer heeft om vanuit zichzelf te gaan sporten. Het wordt een vicieuze cirkel.
Het kan ook zijn dat je kind juist fanatiek sport maar ineens steeds vaker momenten krijgt tijdens het sporten dat hij benauwd wordt. Deze “aanvallen” van benauwd zijn kan ervoor zorgen dat je kind steeds minder wil sporten. Ook hier kan een vicieuze cirkel ontstaan.
Op deze pagina geef ik meer informatie en handige tips voor kinderen met een verminderde conditie of snel benauwd raken tijdens inspanning.
WAT IS CONDITIE
Conditie is een mate waarin je kind een sportoefening kan uitvoeren. Alleen uithoudingsvermogen geeft niet de volledige lading van dit begrip. Uithoudingsvermogen behoort samen met lenigheid, kracht, snelheid en coördinatie tot de basiseigenschappen voor de vorming van conditie. Degene die veel sporten hebben over het algemeen een betere conditie dan kinderen die niet deelnemen aan sport. De kinderen die zwemmen hebben ook weer een andere soort conditie dan kinderen die aan atletiek doen. Elke sport heeft een andere samenstelling van bovengenoemde basiseigenschappen.
SOORTEN CONDITIE
Om de conditie van je kind te kunnen verbeteren is het belangrijk op de hoogte te zijn van verschillende energiesystemen die daarbij doorlopen worden:
1. anaeroob systeem (zonder lucht/zuurstof)
Bij een explosieve beweging zoals een sprint zal je in de eerste minuten het anaeorobe systeem aanspreken. Hierbij zetten de spieren zonder hulp van zuurstof, de suikers uit de voeding om in energie voor de spieraanspanning. Om dit
systeem te trainen kun je je kind een intervaltraining laten uitvoeren met een kortdurende maximale inspanning: het trekken van een sprint bijvoorbeeld.
2. aeroob systeem
Nadat het lichaam de anaerobe energie heeft verbruikt en de training wordt voortgezet gaat het over op het aerobe systeem. Hierbij wordt zuurstof ingezet voor de verbranding van vetten en koolhydraten voor de spieractiviteit. Het
hart gaat sneller slaan evenals de ademhaling versnelt. Om dit energiesysteem te trainen is het vooral belangrijk de activiteit lang uit te voeren zonder dat de intensiteit hoog hoeft te zijn. Het rennen van een marathon is een mooi
voorbeeld waarbij het aerobe systeem maximaal wordt benut.
Om de conditie te verbeteren is het belangrijk dat eerst het anaerobe systeem wordt getraind en daarna het aerobe systeem. Binnen 2 a 3 weken verbetert de werking van het hart en de longen al in zo grote mate dat je kind al kan merken dat het sporten gemakkelijk gaat.
BENAUWDHEID
Het komt regelmatig voor dat kinderen fanatiek sporten maar ineens een merkbare benauwdheid ervaren tijdens het sporten. Dit kan verschillende oorzaken hebben.
1. Sport je kind buiten dan is het altijd goed om na te gaan of hij of zij geen onderliggende (inspannings)astma of hooikoorts heeft. Als je dit vermoedt, maar dan een afspraak bij de huisarts om het een en ander uit te sluiten.
2. Ga na of je kind eventueel een hoge (prestatie)druk ervaart tijdens het sporten. Door stress kan het kind gespannen en de ademhaling verhoogd zijn. Door lichamelijk inspanning kan dan benauwdheid ontstaan. Het leren omgaan met
stress al of niet met professionele hulp kan hierbij een oplossing zijn.
3. Het kan zijn dat er bij het sporten (op laag en hoog niveau) veel tegelijkertijd van je kind verwacht wordt. Tijdens de inspanning kan je kind daardoor zijn adem gaan inhouden. Voorbeeld: Tijdens een teamsport met een bal ligt de focus op de tegenstander, de teamgenoten, de trainer, het spel zelf en de bal. Daarnaast moet de beweging worden afgestemd op de snelheid, kracht, afstand en de tegenstander om de bal naar de juiste persoon te krijgen. Dit zijn een hoop dubbeltaken waaraan je kind moet voldoen. Tijdens het afstemmen van al deze taken kan de concentratie dusdanig hoog liggen dat je kind simpelweg vergeet adem te halen.
In de drie bovengenoemde situaties is het belangrijk je kind te leren uit te ademen. Inademen doen we automatisch maar wanneer je kind benauwd is heeft het de neiging om veel en vaak in te ademen, en onvoldoende uit te ademen. Voor zijn gevoel krijgt het hierdoor te weinig lucht.Door al het inademen is het niet meer mogelijk nog meer in te ademen. Je kind moet leren uit te ademen voor het weer kan inademen. Laat je kind steeds langer uitademen om de ademhaling weer tot rust te laten komen. Om de benauwdheid in het vervolg te kunnen voorkomen zal je kind moeten gaan oefenen met doorademen tijdens het leveren van inspanning.
TIPS
1. Laat je kind de ademhaling door de buik eerst oefenen in lig, dan in zit, dan tijdens het lopen, fietsen en vervolgens tijdens de eigen sport. Heeft je kind het zo benauwd tijdens het sporten dat het niet meer verder kan? Laat hem dan een wissel of timeout aanvragen. Tijdens deze pauze kan je kind alsnog de ademhaling oefenen om zich weer te kunnen herpakken.
Oefening:
Laat je kind op zijn of haar rug liggen met de handen op de buik (navelhoogte). Sluit de ogen (tenzij je kind dit spannend vindt). Laat je kind 10 keer een ademhaling maken waarbij de buik beweegt. Je kunt de buik vergelijken met een ballon. Tijdens het in ademen wordt de ballon (de buik) steeds een beetje groter en tijdens het uitademen loopt de ballon weer leeg (de buik wordt weer plat). Probeer er steeds langer over te doen om de ballon op te blazen en leeg te laten lopen. Oefen dit tot je kind 10 seconde er over doet om de ballon op te blazen en 10 seconde om hem weer leeg te laten lopen.
2. Bouw de conditie uit van makkelijk naar moeilijk. Laat je kind dus eerst een minder intensieve activiteit steeds langer uitvoeren en bouw dit uit naar een steeds intensievere activiteit. Begin met lange afstanden (minimaal 3 km) wandelen, joggen, hardlopen en dan pas rennen. Fietsen is daarentegen minder intensief dan rennen. Kijk dus waarin je kind gemakkelijk meekomt en begin met die activiteit. Motivatie en een rustige opbouw is hierbij van groot belang.
3. Kies samen met je kind voor een sport waarbij extra aandacht is voor het vergroten van de conditie. Voorbeelden hiervan zijn: hockey, voetbal, atletiek, mountainbiken of zwemmen.
4. Hardlopen kan iedereen en is een snelle efficiënte manier om de conditie te verbeteren (mits je kind zijn ademhaling onder controle houdt). De opbouw waarin het hardlopen wordt uitgebreid is belangrijk voor de groei van de conditie. Hardlopen kan gemakkelijk naast elke sport geoefend worden. Laat je kind het tempo aanhouden waarin hij nog gemakkelijk een gesprek kan voeren. Veel kinderen willen vaak te snel. In de onderstaande link vind je een hardloopschema voor een afstand van 5 km:
Let op! Zit de juiste tip voor jouw individuele situatie er niet bij of heb je twijfels of vragen? Neem dan contact op met een kinderfysiotherapeut of specialist.