overstrekken / stijfheid van je baby

Je ontkomt er niet aan dat je af en toe overstrekt. Maar wat is nou normaal en wanneer is je baby nou een typische overstrekker?

Op deze pagina leg ik je dit begrip nader uit en geef ik je handige tips om alvast mee aan de slag te kunnen. 

OVERSTREKKEN/ STIJF

Een baby die overstrekt duwt zijn buik naar het plafond en zet zich af met zijn hoofd en voeten tegen de ondergrond. Vaak rolt je baby per ongeluk van rug naar zijlig of zelfs verder naar de buik. Het kan een gevolg zijn van spanning, overprikkeling of darmkrampen. Overstrekken gaat regelmatig samen met een voelbare stijfheid. In beide gevallen spant je kind al zijn spieren aan en is het een uitdaging om je kind op te pakken of van houding te laten veranderen. Hoe ouder je kindje wordt hoe subtieler het overstrekken zich uit. Vaak gaat het overstrekken samen met huilen. 

WAAROM DOORBREKEN?

Ongeacht de oorzaak van het overstrekken of de stijfheid van je kind is het belangrijk om het patroon te doorbreken. Wanneer je baby lang achter elkaar huilt of spanning vasthoudt, wordt dit de manier om kenbaar te maken dat hij iets wilt. Je baby leert dan niet goed ontspannen omdat het hem niet meer lukt om de spanning op een andere manier te reguleren. Het is daarom belangrijk dat je de negatieve spiraal van het overstrekken doorbreekt. 

TIPS

1. Doorbreek het strekken door je kind (stevig) in foetushouding vast te houden. Probeer dit in alle dagelijkse handelingen terug te laten komen. Zorg dat de knieën richting de buik gaan en de handen op de borst liggen. 

2. Komt er spanning vanwege buikkrampen? Dan kun je je baby voor je neer leggen (op schoot of aankleed kussen). Pak beide benen vast. Buig de knieën richting de buik en maak langzaam kleine rondjes. Het consultatiebureau adviseert wel eens het “fietsen” met de benen. Omdat er dan steeds een been gestrekt wordt, kan het overstrekken hierdoor uitgelokt worden. Het heeft daarom de voorkeur om de knieën zo veel mogelijk gebogen te houden. 

3. Rust en regelmaat zijn hierbij de gouden standaard. Wees gestructureerd (regelmaat) in het aanbieden van slaap (rust). Biedt continu op dezelfde manier het slaapritueel aan. Structuur en regelmaat geven voorspelbaarheid voor je baby. Het kind leert dan op welk moment hij zich moet overgeven aan de slaap en dus moet ontspannen.
Let op, houdt dit langere tijd (minimaal 1 week) vol zodat je kind en jijzelf de tijd krijgen om hieraan te wennen. Blijft het slapen een probleem? Dan kan inbakeren een oplossing zijn. Neem in deze situatie contact op met een kinderfysiotherapeut.

Let op! Zit de juiste tip voor jouw individuele situatie er niet bij of heb je twijfels of vragen? Neem dan contact op met een kinderfysiotherapeut of specialist.