Rose Schuurman

persoonlijk

In 1994 ben ik geboren in Wageningen. Ik heb een tweelingbroer en een oudere zus. Zowel mijn vader als mijn moeder zijn fysiotherapeut. Vanuit mijn opvoeding heb ik meegekregen dat bewegen, buitenzijn en jezelf leren vermaken belangrijke onderdelen zijn in de ontwikkeling. Ik had als kind al veel plezier in bewegen, na het behalen van mijn zwemdiploma’s deed ik aan volleybal en tennis. Nu kan ik erg genieten van fitness, hardlopen, skeeleren en kickboksen. Bewegen geeft mij zelfvertrouwen en rust in mijn hoofd.

opleiding

Ik ben begonnen op de vrije school. Al vanaf de brugklas wist ik het zeker; ik word kinderfysiotherapeut. Na de middelbare school ben ik de opleiding fysiotherapie gaan doen en aansluitend de masterkinderfysiotherapie. Ik heb mijn master versneld (2,5 jaar) afgerond. Inmiddels werk ik in het Beatrixziekenhuis. Daarnaast probeer ik mijn kennis en kunde te delen via mijn eigen onderneming. 

waarom kinderfysiotherapie

Ik heb altijd graag met kinderen gewerkt. Binnen mijn vak heb ik de mogelijkheid om een kind (en de ouders) te kunnen begeleiden door het maken en uitvoeren van een individueel behandelplan. Een passend plan bij dit unieke kind, om de ontwikkeling zo optimaal mogelijk te kunnen ondersteunen. Ik zie kinderen met de leeftijd van 0 tot 18 jaar met heel gevarieerde problematiek. Een kind (en de ouders) te zien groeien en de draad weer zien oppakken, geeft mij een voldaan gevoel.

doel van deze site

In de praktijk krijg ik veel dezelfde vragen. Om mijn kennis met een groter publiek op een laagdrempelige wijze te kunnen delen heb ik deze site ontworpen. Om zelf te kunnen oefenen met je kind, heb ik een lijst gemaakt van oefenmaterialen. Met deze oefenmaterialen kun je gericht aan de slag gaan, aangepast op de ontwikkelingsfase waar je kind zich in bevindt. Daarnaast wil ik ouders vooral meegeven dat ieder kind anders is en zich op zijn eigen manier, in zijn eigen tempo ontwikkelt. 


Schuurman







“Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan!” 

– Pipi Langkous